Opleiden
Artsen die willen werken in het sociale domein van de gezondheidszorg en specifiek binnen het specialisme Maatschappij + Gezondheid (M+G), kunnen de
(profiel) opleiding arts M+G volgen. Wat doet KAMG rondom het thema opleiden?
Kwaliteit van de opleiding tot arts M+G: de kaders
Hoe ziet een kwalitatief goede opleiding voor arts M+G eruit? En hoe zorg je dat die kwaliteit hoog blijft en verder verbetert? Om deze vraag te beantwoorden, ontwikkelden KAMG, de NVAB en de NVGG (de sociaal geneeskundige beroepsverenigingen) een kwaliteitsvisie en kwaliteitssysteem. Deze zijn verwoord in KOERS en het bijbehorende Kwaliteitskader. Ook is het belangrijk dat praktijkopleiders deskundig zijn en blijven. Daarom is het Landelijk Professionaliseringsplan Praktijkopleiders opgesteld (LPP). Lees hieronder meer over de KOERS, het kwaliteitskader en LPP.
KOERS en Kwaliteitskader
KOERS staat voor Kwaliteitsvisie Opleidingen En Raamplan Sociale Geneeskunde. In het najaar van 2020 is KOERS geactualiseerd en geaccordeerd door de drie betrokken wetenschappelijke verenigingen. Het Kwaliteitskader (de ‘toolbox’ voor het meten van de kwaliteit van de opleidingen) is in 2023 vernieuwd. Met het kwaliteitssysteem dat KOERS beschrijft en het bijbehorende Kwaliteitskader houden de opleidingsinstituten en -instellingen zelf controle op de kwaliteit van hun sociaal geneeskundige opleidingen.
Download KOERS 2020
Download het Kwaliteitskader 2023
De KOERS kwaliteitsyclus in de praktijk, hoe doe je dat? Lees hier meer.
LPP
Het LPP heeft als doel om praktijkopleiders toe te rusten om hun rol als opleiders goed te vervullen. Het LPP is door de besturen van KAMG, NVVG en NVAB vastgesteld en per 1 januari 2018 in werking getreden. De laatste versie vindt u hier.
Het LPP kent een basisscholing en een vervolgtraject:
- De basisscholing is voor nieuwe opleiders die (nog) geen erkenning hebben. Dit bestaat uit het volgen van scholingsbijeenkomsten (cursorisch onderwijs) en het uitvoeren van praktijkopdrachten, onder begeleiding van een buddy. Aan het eind van het scholingstraject geeft het opleidingsinstituut, mede op basis van input van de buddy, een eindverklaring af, t.b.v. de definitieve erkenning door de RGS. Lees meer over de procedure in dit document.
- Het vervolgtraject is bedoeld voor alle erkende opleiders en is gebaseerd op 3 pijlers:
– jaarlijks 2 contactdagen scholing, passend bij eigen POP
– deelname aan intervisie voor opleiders
– aantoonbare deelname aan activiteiten op het gebied van ontwikkeling/kwaliteitsborging van de opleiding.
De 2 dagen didactische scholingsdagen kan je volgen bij de erkende opleidingsinstituten NSPOH of TNO. Je kunt ook kiezen voor didactische scholing van externen. De drie wetenschappelijke verenigingen (KAMG, NVAB en NVVG) stelden voor deze externe scholing een lijst op in overleg met de opleidingsinstituten. Daarin vind je een aantal extern georganiseerde didactische scholingen, die voldoen aan de gewenste didactische relevantie voor opleiders van aiossen sociale geneeskunde.
Bekijk hier de lijst met geaccrediteerde didactische scholingen.