Even voorstellen: Auk Dijkstra, als onderwijskundige betrokken bij ontwikkeling Landelijk Opleidngsplan LOP M+G

Introductie: wie ben je en wat is je achtergrond?

Mijn naam is Auk Dijkstra en sinds 2010 ben ik werkzaam als onderwijskundige binnen de medische vervolgopleidingen. In de afgelopen jaren heb ik het werkveld vanuit diverse rollen leren kennen: als onderwijskundig adviseur voor opleiders van medisch-specialistische vervolgopleidingen, als projectleider, ontwerper en ontwikkelaar van opleidingstrajecten en als initiator van vernieuwende projecten op het gebied van onderwijs. Ik krijg energie van het realiseren van toekomstgerichte doelen en neem graag betrokkenen mee in dit proces.

Wat is jouw rol als onderwijskundige bij de ontwikkeling van het Landelijk Opleidingsplan (LOP) M+G?

Mijn rol binnen de ontwikkeling van het LOP is om te zorgen voor een goed gestructureerd en flexibel opleidingsplan dat voldoet aan de eisen van het Kaderbesluit en het toetsingskader van het CGS. Dit plan moet niet alleen toekomstbestendig zijn, maar ook voldoende ruimte en structuur bieden voor de verschillende profielopleidingen en de specialisatie arts M+G.
Daarnaast is het essentieel dat het LOP een duidelijke en werkbare basis biedt voor opleidingsinstituten en stage-instellingen, zodat de uitvoering van de opleiding optimaal wordt ondersteund. Tegelijkertijd moet het plan gunstige randvoorwaarden scheppen voor de aiossen, zodat zij op een efficiënte en effectieve manier hun opleiding kunnen doorlopen.

Welke onderwijskundige principes zijn voor jou leidend in dit proces?

In de ontwikkeling van het LOP zijn enkele belangrijke onderwijskundige uitgangspunten leidend:

• Leren op de werkplek: de opleiding is gericht op het ontwikkelen van competenties in de praktijk.
• Zelfsturing en continu leren: de aiossen worden gestimuleerd om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces.
• Feedback en beoordeling: een passend instrumentarium ondersteunt het proces van feedback en beoordeling.
• Aandacht voor informeel leren en reflectie: naast gestructureerde opleidingsmomenten speelt informeel leren een belangrijke rol.

Deze uitgangspunten zorgen ervoor dat de opleiding niet alleen inhoudelijk sterk is, maar ook aansluit bij de manier waarop volwassenen het beste leren.

Wat zie jij als de grootste succesfactoren voor een goed opleidingsplan?

Een goed opleidingsplan ontstaat door nauwe samenwerking met het werkveld. Door het gezamenlijk ontwerpen en ontwikkelen van het LOP met professionals uit de praktijk, blijft het plan realistisch en uitvoerbaar. Het moet aansluiten bij de behoeften van zowel de opleiders als de aios en een solide basis bieden voor een toekomstbestendige opleiding voor de arts M+G.

Welke valkuilen liggen op de loer bij het ontwikkelen van een opleidingsplan en hoe kunnen we die voorkomen?

Ik spreek liever over uitdagingen dan over valkuilen. Waar ik meteen aan denk, is het vinden van de balans tussen algemene en profielspecifieke competenties; vertaald naar de praktijk: toekomstbestendigheid versus directe inzetbaarheid.
Het opleidingsplan moet enerzijds opleiden tot artsen die handelen vanuit het brede perspectief van volksgezondheid (M+G) en anderzijds voldoende ruimte bieden aan de specifieke eisen van de betrokken profielopleidingen. Tegelijkertijd is er in het werkveld behoefte aan professionals die direct inzetbaar zijn. Het vinden van de juiste balans tussen deze twee aspecten is een belangrijke opgave. Door het werkveld nauw te betrekken bij de ontwikkeling en continue afstemming te zoeken met stakeholders, hopen we deze uitdagingen goed te kunnen ondervangen.

Wat motiveert jou als onderwijskundige om aan dit project mee te werken?

Ik vind het inspirerend om bij te dragen aan innovatieve en complexe onderwijsontwikkelingen. Dit soort projecten houden me scherp en zorgen ervoor dat ik zelf ook blijf leren. Binnen dit project kan ik mijn brede ervaring en netwerk in de medische opleidingen inzetten, evenals mijn expertise als onderwijskundige. Tegelijkertijd doet het project een sterk beroep op mijn verbindende vaardigheden. Dat is een dynamiek die mij aanspreekt: het geeft energie als het lukt om mensen effectief met elkaar te verbinden en te laten samenwerken aan een gezamenlijk doel: een sterk en toekomstbestendig  LOP.