‘Ik wil me inzetten voor veiligheid én een cultuur­verandering’ | Portret arts M+G Elseline Bos

Arts M+G en plaatsvervangend commandant luitenant-kolonel Elseline Bos heeft een persoonlijke missie: cultuurverandering teweegbrengen binnen Defensie. Daar zet ze graag zich graag voor in: ‘Ik denk dat Defensie nog veel winst kan boeken op het gebied van sociale veiligheid.’ 

Wanneer dacht je: ik word arts bij Defensie?
‘Als kind had ik al de wens om arts te worden en ik begon mijn geneeskundestudie met het idee: ik word huisarts. Tijdens mijn coschappen ontdekte ik dat ik toch niet veertig jaar lang in een spreekkamer wilde doorbrengen. Toen heb ik op een rij gezet wat ik leuk vond: huisarts-, spoedeisende en forensische geneeskunde én ‘sportief buiten zijn’. Bij de Koninklijke Landmacht (KL) kwam dat allemaal samen. Na mijn militaire basisopleiding op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) heb ik de tweejarige opleiding tot algemeen militair arts (ama) gevolgd. Een veelzijdige opleiding: je bent bezig met je vak, maar dan in een heel andere setting en met andere verantwoordelijkheden. Vervolgens heb ik als ama een aantal jaar in een hulppost gewerkt. Daarna ben ik opleidingsarts geworden, een staffunctie. Dit was voor mij de aanleiding om de opleiding tot arts M+G te gaan volgen. Omdat ik me realiseerde: als ik dit goed wil doen, dan moet ik er een ander vak bij leren. Dan moet ik met een andere blik gaan kijken naar de militaire populatie: van individuele zorg naar collectieve zorg.’ 

Want wat doet een arts M+G eigenlijk binnen Defensie?
‘De beroepsgroep binnen Defensie is klein en relatief nieuw. We zijn verspreid over de organisatie en hebben heel verschillend werk. Dé arts M+G bij Defensie bestaat dan ook -nog- niet. Wat ons verbindt is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van onze militaire populatie, zodat ze duurzaam en operationeel inzetbaar blijven. Op welke manier we dat doen, loopt uiteen. Denk aan: kennis vergaren (bijvoorbeeld een promotietraject), meeschrijven aan beleid op het Ministerie van Defensie of een rol als medisch adviseur van een operationele commandant. Daar komt bij dat we iedere twee à drie jaar van functie wisselen.  

In mijn vorige functie was ik plaatsvervangend stafarts van de KL. Ik was als medisch adviseur bijvoorbeeld betrokken bij de voorbereiding van een oefening in Senegal. Ik hield me bezig met vragen als: waar moet je rekening mee houden in een land waar de wegen slecht zijn en het erg warm is? En welke politieke belangen spelen een rol als de Nederlandse gezondheidszorgkwaliteit niet gegarandeerd kan worden voor de oefenende eenheid?’ 

 Wat heb je geleerd van de opleiding tot arts M+G?
‘Ik heb vooral veel vaardigheden opgedaan. Ik kan vrij snel een probleem analyseren, daar een stakeholdersanalyse op loslaten en dat vertalen in een plan. Ik denk daarbij ook aan (politieke) gevoeligheden en aan het creëren van draagvlak en/of budget. Ik heb veel breder leren kijken, daar heb ik nog elke dag plezier van. Ik ben nu plaatsvervangend commandant van het geneeskundig commando. Als leidinggevende ga ik niet meer over de medische inhoud, maar bewaak ik de bedrijfsprocessen en zorg ik ervoor dat onze mensen hun werk goed kunnen doen. Een andere tak van sport dus. Deze out of the box-rol is van belang. Want als je iets wilt veranderen, is het goed om de organisatie eerst écht te leren kennen. 

 Wat wil je veranderen?
‘Mijn belangrijkste persoonlijke drijfveer is dat ik graag wil bijdragen aan een cultuurverandering binnen Defensie. De organisatie kent een sterke hiërarchie en sociaal normgedrag. Er heerst een loyale, can do-mentaliteit. Een heel sterke eigenschap van deze organisatie, net als kameraadschap. Maar het kan ook doorschieten. Ik zou graag zien dat ‘ik stop waar anderen doorgaan’ ook sociaal geaccepteerd is, net als het bespreekbaar maken van fouten om samen van te leren. Dit vraagt moed en kan alleen binnen een sociaal veilige werkomgeving. Ik ben van mening dat de defensie populatie hier winst kan boeken. Als arts M+G wil ik hieraan bijdragen.’ 

Waarom past dat thema zo goed bij het werk van een arts M+G?
‘Sociale veiligheid is van invloed op de mentale gezondheid. Dit thema hoort niet alleen bij de militaire gezondheidszorg, maar ook bij het veiligheidsdomein en het personeelszorgdomein. Het verbinden van deze domeinen zie ik als mijn arts M+G-rol, want integrale samenwerking is nog niet vanzelfsprekend. Belangrijk nu is het voorbereiden op een grootschalig conflict: wat kunnen we nú doen om onze mensen ‘straks’ zo gezond mogelijk naar een oorlogsgebied te sturen? Mentale veerkracht en -weerbaarheid zijn onwijs belangrijk. Dat besef is er. Er begint echt een momentum te ontstaan voor verandering.’ 

In hoeverre kun jij daar persoonlijk iets in betekenen?
‘Ik probeer altijd te bedenken hoe groot mijn cirkel van invloed is. Een defensiebrede cultuurverandering is complex en voor mij persoonlijk veel te groot op dit moment. Maar ik kan wel iets betekenen voor de circa dertig mensen binnen het geneeskundig commando. Ik kan iets doen om voor hen een sociaal veilige werkomgeving te creëren. Daar ben ik heel actief mee bezig. ‘ 

Wat doe jij om dit te veranderen?
Ik probeer een andere mindset en meer ruimte te creëren door in gesprek te gaan. Zo vraag ik bijvoorbeeld: hoeveel tijd heb je nodig als ik een 100% oplossing van je wil voor dit probleem? En voor een 50% oplossing? Dan volgt vaak vanzelf een gesprek over wat er allemaal speelt. Of ik maak me hard voor een ruimere deadline dan initieel gegeven door mijn opdrachtgevers. Dat zijn praktische, kleine dingen om mensen er bewust van te maken dat we het samen doen. Ik heb oog voor de mens achter de gedreven militair. Hoe past het wél? Prima als je een dagje thuis werkt. Prima als een keer iets niet lukt. Ik laat ook zien dat er bij mij ook dingen misgaan. Dat draagt in mijn optiek bij aan een veilige werkomgeving. Klinkt logisch, maar deze manier van werken is niet vanzelfsprekend binnen Defensie.’  

Wat zijn je ambities voor de toekomst?
‘Ik sta op een kantelpunt in mijn carrière, zo voelt het. Blijf ik werkzaam als arts M+G of richt ik me op een rol als commandant? Ik ben in de eerste plaats militair, daarna dokter. Ik verwacht dus dat ik hier blijf werken. Wat ik wel nodig heb: persoonlijk uitgedaagd worden en mezelf blijven ontwikkelen. Ik zie mezelf acteren in de trias van gezondheidszorg, personeelszorg en veiligheid.’