Levens redden zonder witte jas
De diepte in en haar kennis verbreden. Daar had Myrna Linders behoefte aan toen ze als jeugdarts bij de GGD aan de slag ging. “Ga de opleiding tot jeugdarts/arts M+G doen”, raadde een collega aan. Het bleek inderdaad precies wat ze zocht. Dankzij externe stages kan ze ook buiten de spreekkamer veel leren en betekenen. Zo werkt ze nu bij het Ministerie van VWS mee aan het actieprogramma Kansrijke Start.
Het was voor Myrna Linders altijd al duidelijk: na haar studie geneeskunde zou ze met kinderen gaan werken. “Ik twijfelde alleen sterk tussen kindergeneeskunde en jeugdgezondheidszorg”, zegt ze. Corona maakte de keuze voor haar: net toen ze ANIOS-kindergeneeskunde was begonnen, brak de pandemie uit en kon ze alleen op de corona-afdeling terecht. “Ik dacht: als ik toch iets met corona moet doen, dan het liefst aan de preventieve kant.” Zo belandde Myrna bij de GGD, waar ze na een zomer adviseren van zorgprofessionals over het coronavirus bij de afdeling Infectieziekte, eindelijk haar felbegeerde rol als jeugdarts kon gaan vervullen. “
Meerwaarde als art M+G
“Ik mocht vanuit mijn werkgever een module van tien dagen volgen, maar die module bood me te weinig diepgang”, vertelt ze. “Als je meer diepgang wilt, dan moet je in opleiding”, zei mijn begeleider met een knipoog. In september 2021 ben ik begonnen aan de eerste fase, de specialisatie tot jeugdarts, en nu doe ik een externe stage, die zich meer richt op het arts M+G deel, ik zie het als een voorproefje op de tweede fase.”
Specialisatie op je eigen manier
Het mooie vindt Myrna dat ze haar opleiding deels zelf mag invullen. “Je kunt je daardoor ontwikkelen op de gebieden die jij interessant vindt en het traject aanpassen aan jouw leerwensen”, zegt ze. Ondertussen draait ze ook ‘gewoon’ mee in de spreekkamer. “Maar ook dat kun je inrichten zoals je wilt. Je kunt je bijvoorbeeld meer richten op speciaal onderwijs, als daar je leerdoelen liggen. Voor mij was alles nieuw, omdat ik nog geen ervaring had, maar er zijn bijvoorbeeld huisartsen of specialisten die switchen naar jeugdarts of artsen die al heel lang in de jeugdgezondheidszorg meedraaien, dan liggen je leerdoelen heel anders.”
Kansrijke start
Na een eerste stage in de jeugdgezondheidszorg en een externe stage in de kinderpsychiatrie werkt ze nu op een plek die ze nooit als mogelijkheid had gezien. “Ik doe mijn externe stage bij het actieprogramma ‘Kansrijke Start’ van het Ministerie van VWS, dus een stage die meer gericht is op beleid”, vertelt ze. Ook dat spreekt haar erg aan. “Ik werk aan het actieprogramma Kansrijke Start, dat kinderen overal in Nederland een gezonde en kansrijke start wil geven, door te investeren in de eerste 1000 dagen. Deze periode loopt van 10 maanden voor de geboorte tot de leeftijd van ongeveer twee jaar en dit blijkt een cruciale periode te zijn. Het maakt ook in Nederland nog steeds uit waar je wieg staat: in sommige gemeentes komen bijvoorbeeld meer vroeggeboortes voor. Elke gemeente kan in beeld brengen welke problematiek er speelt. Denk aan armoede, roken of overgewicht. Nadat een gemeente problematiek in beeld heeft gebracht gaat een lokale coalitie, uit partijen uit het medische en sociale domein, met elkaar kijken welke interventies de mensen in een kwetsbare situatie kunnen ondersteunen. Deze effectieve bewezen interventies bestaan al, dus de gemeente hoeft deze niet zelf te ontwikkelen.”
Het is Myrna’s rol om al die partijen in beeld te brengen. “Ik breng in beeld wie er allemaal betrokken zijn in die eerste duizend dagen van een kind. Op die manier kunnen we ook kijken waar nog knelpunten liggen in de ketenaanpak rondom de eerste 1000 dagen, zodat de aanpak zo sluitend mogelijk vormgegeven kan worden”, legt ze uit.
“Daarnaast willen we de huisartsen graag beter betrekken bij de lokale coalities. Daarvoor zijn we een klankbordgroep aan het instellen om hierover van gedachten te wisselen.”
Beleid maken vanuit de spreekkamer
Of Myrna na haar opleiding ook bij het ministerie aan de slag gaat, weet ze nog niet. “Artsen M+G zie je meer in de coalities in de wijken. Ik wil ‘Kansrijke Start’ in elk geval wel in mijn vervolgwerk blijven verweven”, zegt ze. “Met preventie kun je heel veel leed voorkomen. Natuurlijk kun je in de spreekkamer kinderen helpen, maar met dit programma kun je dat voor een grote groep kinderen doen. We zeggen vaak: je kunt worden wat je wilt. Maar er zijn nog altijd veel mensen die op achterstand staan in de maatschappij, bijvoorbeeld door armoede of vroeggeboorte. Als jeugdarts kijk je dan waar je kunt ondersteunen, bijvoorbeeld in het wijkteam, bijvoorbeeld als je veel schoolverzuim ziet, of pestgedrag of armoede. Als arts M+G zou je de signalen uit de spreekkamer kunnen onderzoeken en daar beleid op gaan maken. Dat gebeurt bijvoorbeeld nu op het gebied van mentale gezondheid na corona, een heel concreet voorbeeld.”
Levens redden zonder witte jas
De maatschappij is constant in beweging en als arts M+G beweeg je mee, vindt Myrna. “Er steken steeds weer nieuwe ‘problemen’ de kop in de jeugdgezondheidszorg. Ik vind die afwisseling mooi, dus een specifieke focus hoeft voor mij niet, maar de beleidskant past wel bij me.” Je kunt diverse kanten op met deze studie, benadrukt ze nog eens. “Je moet er het type voor zijn, maar als je vakoverstijgend wilt werken en met beleid aan de slag wilt, kan dat heel goed in deze specialisatie. ”Ze hoopt dat meer studenten geneeskunde voor het vak gaan kiezen. “We hebben ‘last’ van de preventieparadox. Voor veel studenten draait geneeskunde om levens redden in stoere, witte jassen. Wij redden ook levens, maar vooral op de lange termijn.”
Geïnteresseerd in de aanpak Kansrijke Start? Kijk dan op www.kansrijkestartnl.nl.