Arts M+G Sandra Offeringa is praktijkopleider: ‘Reflectie op eigen functioneren’
Praktijkopleiders aan het woord – elk krijgen vijf of meer vragen. Deze artsen vertellen graag over hun motivatie, de tijdsinvestering én wat je allemaal in je mars moet hebben om praktijkopleider te worden. Dit keer: Sandra Offeringa.
Over Sandra Offeringa
Functie: Arts M+G, adviserend geneeskundige
Arts M+G sinds: 2003
Praktijkopleider sinds: Een half jaar
Tot dusver begeleid: Gestart met de eerste aios
Waarom ben je indertijd M+G geworden?
Sandra Offeringa: “Ik vind dat je binnen de geneeskundige opleiding een te enge blik krijgt op het vak. Er wordt gekeken naar het individu, niet naar groepen patiënten. En niet naar ethische, juridische, epidemiologische en sociaal-medische aspecten. Stel, je wordt geconfronteerd met individuele casuïstiek. Als deze persoon afkomstig is uit een bepaalde wijk, moet je kijken naar de gezondheidsproblemen binnen die wijk. Wij hebben analyses gemaakt van de zorgconsumptie in de toenmalige ‘Vogelaar wijken’. Kijk je op groepsniveau, dan zie je dat er geneesmiddelen voorgeschreven worden voor problemen die gerelateerd kunnen zijn aan de woon- en arbeidssituatie van die mensen. Dat kun je niet los zien van elkaar. Iemand krijgt bijvoorbeeld astmamedicatie, maar de huisvesting is slecht. Als mensen wonen in vochtige, tochtige woningen, heeft die medicatie weinig effect. Op zo’n moment moet je met gemeente en GGD in gesprek over hoe kunnen we dit aanpakken? Die contextuele blik was voor mij een van de redenen om te kiezen voor de opleiding tot arts M+G.”
En waarom heb je gekozen om adviserend geneeskundige te worden?
“Ik zat al een aantal jaren in de JGZ, maar ik liep tegen veranderingen aan in de organisatie van de zorg. Dus ik wilde wat anders. Op een dag stapte ik impulsief een uitzendbureau voor medici binnen waar een oud-student van me werkte. Zij opperde de functie van adviserend geneeskundige en dat bleek een schot in de roos. Het werk is enorm afwisselend; van individuele casuïstiek tot groepscasuïstiek, van beleid ontwikkelen tot controle. Dus je bent zowel bezig op de horizontale als de verticale as. Ik werk met artsen maar ook met mensen met een totaal andere achtergrond, zoals analisten en juristen. Dat kan soms moeizaam zijn, want juristen spreken een heel andere taal, maar het geeft ook voldoening en energie. Solistisch werken is leuk, maar niet de hele week. Samen confronteer je elkaar met invalshoeken waaraan je niet had gedacht. Dat verbreedt je blik.”
Hoe is het om als arts bij een zorgverzekeraar te werken?
“Tja. Als arts bij een zorgverzekeraar sta je met 10-0 achter. Bij het grote publiek en ook bij collega-artsen. Wij staan niet hoog in de hiërarchie. Ik heb een tijd lang jaarlijks coassistenten begeleid. Die moesten een assistentschap lopen van vier weken, en ze konden kiezen om dat te doen bij een GGD, als bedrijfsarts of bij een zorgverzekering. De plek bij de zorgverzekeraar bleef steevast het langst leeg. Op de eerste dag dat ze kwamen, vroeg ik ze op papier te zetten wat hun beeld was van het werk bij een zorgverzekeraar. Bij de eindevaluatie vier weken vroeg ik wat ze van hun assistentschap bij ons hadden gevonden. Ze zeiden allemaal: alle studenten zouden een coschap moeten lopen bij een zorgverzekeraar. Dan pakte ik de eerste envelop erbij en vroeg ik: hoe komt het dat je mening zo veranderd is? Van tevoren dacht iedereen dat het bij zorgverzekeraars alleen draait om geld. Dat bleek anders te liggen en het vak bleek bovendien véél inhoudelijker en afwisselender.”
Wat brengt het praktijkopleiderschap jou?
“Het brengt je reflectie op je eigen functioneren. Studenten of aios confronteren je met vraagstukken die voor jou inmiddels normaal zijn, je verricht handelingen waar je niet bij stilstaat. Door een fris persoon als een aios denk je ineens: waarom doe ik het eigenlijk? Het haalt je uit je denktrant en schudt je op.”
Wat moet je in je mars hebben om dit te kunnen?
“Je moet ervan houden om kennis over te dragen én plezier hebben in je vak. Dan ben je een energieke opleider. Ik heb na mijn geneeskundeopleiding orthopedagogiek gestudeerd en jarenlang als docent gewerkt aan de Hogeschool Windesheim. Ik houd ervan om studenten te begeleiden. Ik wil wel weten hoe iemand leert. Je hebt mensen die je veel moet begeleiden en je hebt mensen die je in het diepe gooit en alleen de hand toesteekt als ze bijna verzuipen. Ik kan beide typen aios begeleiden, maar het is goed om het van tevoren te weten.”
Wat brengt de toekomst?
“Voor mij staat vast dat de opleiding geneeskunde over de kop moet. Mijn beide dochters hebben ook geneeskunde gedaan dus ik weet dat de studie nog altijd heel erg klinisch gericht is en blijft. Terwijl veel artsen na hun opleiding huisarts of verpleeghuisarts worden of sociaal geneeskundige. Daar is in de opleiding te weinig aandacht voor. Besteed aandacht aan het verzekeringsstelsel, aan ethische, sociale en juridische aspecten. Binnenkort ga ik mijn ideeën hierover aan alumni Utrecht ventileren, ik voel dat als mijn missie. Hier móet over nagedacht worden.”
Wat betekent dat voor de arts M+G?
“Er is op alle fronten – óók binnen de zorgverzekeringswereld – een groot tekort aan artsen M+G. Met een andere geneeskundeopleiding krijgen we er hopelijk veel meer. Dat is belangrijk, want wij denken populatiegericht. Daarom zijn artsen M+G veel beter voorbereid op de toekomst.”
Collega-praktijkopleider Inge de Vries heeft ook een vraag voor je: inspireer jij je aios om praktijkopleider te worden en hoe doe je dat?”
“Ik ben net begonnen met de eerste aios, dus het is wat vroeg om mijn aios te inspireren om praktijkopleider te worden, haha. Ik ben wel van mening dat je als bedrijf moet zorgen dat je een gemengde groep in huis hebt en laat samenwerken. Dus juniors, mensen die halverwege zijn en een paar seniors. Zo krijg je een cirkel waarin iedereen elkaar stimuleert om te blijven groeien en leren.”
Wat zou je op jouw beurt willen vragen aan de interviewkandidaat hierna, praktijkopleider Rianne Reijs?
“Hoe kunnen we zorgen dat er een soort van bekostiging komt voor de opleiding tot arts M+G, analoog aan de opleiding voor huisarts en medisch specialist?”
Net als Sandra Offeringa praktijkopleider worden? Start met een zesdaagse basisopleiding.